zaterdag 9 juli 2016

Karolingische tijd

Karolingische Rijk
Elke periode in de kunstgeschiedenis heeft zijn eigen "naam", hoor je die naam dan weet je in welke tijd je deze kunt plaatsen en wat de kenmerken zijn.

De 'Karolingische periode begon in 800 op het moment dat Karel de Grote in Rome werd gekroond tot keizer van het Heilige Roomse Rijk. Tot het Heilige Roomse Rijk behoorden Italië, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Nederland.
Karel de Grote was een groot voorstander van de wetenschap, in de christelijke geest wel te verstaan, maar wel in die mate dat er werd gesproken over de "Karolingische renaissance". In deze periode was er veel belangstelling voor de "klassieke cultuur", dat is op maken uit de vele Latijnse teksten die in de kloosterbibliotheken werden gekopieerd.

Tijdens de Karolingische tijd ontwikkelde zich de hofkunst, en manuscripten hadden daarin een zeer belangrijke plaats. Belangrijk was het scriptorium, de ruimte waar monniken teksten overschreven en waar de miniaturen werden vervaardigd voor de keizerlijk hoven. Scriptoria waren niet alleen in Duitsland te vinden maar ook in Frankrijk, Zwitserland en Luxemburg.

Bijna alle geestelijken konden in die tijd lezen en schrijven maar Karel de Grote kon het zelf niet. Als hij een document moest ondertekenen deed een ander dat voor hem, of hij zette een kruisje. Doordat hij zelf niet kon lezen en schrijven kwam hij er achter hoe veel beperkingen dat met zich mee bracht, hij vond onderwijs daarom erg belangrijk en stichtte veel kloosterscholen. Voor het onderwijs van zijn eigen 34 kinderen haalde hij kundige mensen in huis.

Voor Karel de Grote was geletterdheid dus erg belangrijk, hij had voor zijn bureaucratisch systeem dat hij handhaafde veel ambtenaren nodig en die moesten kunnen lezen en schrijven. Ook dacht hij dat geletterdheid bij het volk een beter begrip voor de Bijbel zou geven. De Karolingische tijd was een tijd waarin het geloof sterk verbonden was met het dagelijkse leven. Je ziet dan ook naast de gekalligrafeerde manuscripten en de miniaturen, afbeeldingen die paginagroot zijn. Dat allemaal om het geloof en de Bijbel begrijpelijk te maken voor het volk.
De kunstenaars die zich bezighielden met de vormgeving van de manuscripten lieten zich o.a. inspireren door de Keltische kunst.

Dom van Aken
De bouwkunst tijdens de Karolingische periode is anders dan in de voorgaande Romeinse periode. In de Karolingische tijd zie je zowel centraalbouw als basiliekbouw naast elkaar. Dit is ook de tijd van de stenen constructies, de stenen die zijn gebruikt kwamen van de Romeinse ruïnes, voor deze periode werd er nog veel hout gebruikt. Er is niet veel meer over van deze bouwkunst, maar kom je bv  in Aken dan kun je het paleis zien waar de  Paltzkapel (790 n.Chr.) deel van uitmaakte, maar veel is er niet meer van te zien.
Deze achthoekige kapel is een mooi voorbeeld van centraalbouw, de kapel had als functie het volk te tonen en vooral te benadrukken dat Karel de Grote in direct contact stond met God. In het voorhof van de kapel konden 7000 mensen staan, er zijn tribunes gebouwd waarop de troon van de keizer recht voor het altaar staat.

Plattegrond kloostercomplex St Gallen
Het kloostercomplex in St Gallen is eveneens een prachtig bouwwerk uit de Karolingische tijd. Het enorme kloostercomplex bood plaats aan  120 monniken en 170 bedienden die er konden wonen en werken. De kerk was het centrale punt en rond de kerk stonden de bijgebouwen. In deze bijgebouwen waren de slaapkamers voor de monniken en het personeel, er waren leeszalen en er was ruimte voor gasten en pelgrims. Het klooster was zelfvoorzienend, er was een bakkerij, een brouwerij, een graanschuur met molen, stallen en een moestuin en de boeren uit de omgeving konden gebruik maken van de molen om hun graan te malen.
Naast de functie als religieus centrum was er ook een ziekenhuis, een school, een wetenschappelijk centrum, een kunstcentrum en niet onbelangrijk, een herberg.  

Niet alleen in St Gallen staat een groot kloostercomplex, ook een klooster bij Amiens, nu helemaal verbouwd of de St Germaine in Auxerre zijn grote complexen. Ook op Reichenau, een eilandje aan de Duitse kant van het Bodenmeer, zijn overblijfselen te zien van een klooster.  Het zijn mooie voorbeelden van de Karolingische bouwkunst en het kloosterleven in die tijd.

De bouwkunst van die tijd is sober, door de dikke muren en de kleine vensters was het binnen erg donker. De zuilen en de ornamenten waren eenvoudig en vlak, het constructiemateriaal bleef zichtbaar omdat er geen pleisterwerk werd gebruikt.

Miniatuur (Evangelie van Marcus)
De schilderkunst heeft in deze periode zijn eigen kenmerk. Er waren weinig muurschilderingen, er zijn nog enkele over maar in de meeste gevallen zijn ze  zwaar beschadigd, soms is er ergens nog een fragment te zien. Opvallend in die tijd waren de levendige en menselijke afbeeldingen in de schilderkunst, de figuren waren gekleed in gedrapeerde gewaden, omgeven door luchtige afbeeldingen van dieren en bloemen.

Na de dood van Karel de Grote viel het Karolingische Rijk uiteen in meerdere rijken en deze kwamen in handen van zijn zoons. Deze rijken werden weer verdeeld in kleine bestuurlijke gebieden. Er kwamen steeds meer bestuurders die ook meer en meer macht kregen. Het Karolingisch Rijk kwam ten val rond eind 9de en begin 10de eeuw. 
De opvolgers van de Karolingers, de Ottonen, ontwikkelden een andere stijl nl. de Romaanse stijl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten