woensdag 23 juli 2014

Artemisia Gentileschi

Zelfportret Artemisia Gentileschi
Artemisia Gentileschi was de eerste vrouw die in 1616 werd ingeschreven aan de Accademia dell 'Arte Disegno te Florence. Zij volgde daar een volledige schildersopleiding.

Deze opleiding was niet haar eerste kennismaking met de schilderkunst, zij was opgeleid door haar vader Orazio Gentileschi (1563-1639) in zijn eigen atelier. Artemisia  was in goede handen bij haar vader, hij was een leerling van Caravaggio (1571-1619) en het is in de schilderijen van vader en dochter duidelijk te zien wie hun voorbeeld was.

Artemisia werd geboren in 1593 in Rome als oudste kind in het gezin, na haar kwamen nog drie broertjes. Hun moeder overleed toen Artemisia nog maar twaalf was en de kinderen waren daarom meestal bij hun vader in het schildersatelier.
Orazio Gentileschi zag al gauw dat zijn dochter kunstzinnig was aangelegd, hij besteedde daarom meer aandacht aan zijn dochter dan aan zijn zonen omdat hij zag dat ze meer talent had dan haar broertjes.

De luitspeelster
(Orazio Gentileschi)
Het was in die tijd niet gebruikelijk dat een meisje een opleiding ging volgen aan de kunstacademie en dat was dan ook de reden dat Orazio Gentileschi zelf de opleiding van zijn dochter voor zijn rekening nam. Ze schilderde in die tijd al grote historiestukken en dat was voor een vrouw nogal uitzonderlijk. Vrouwelijke schilders mochten nl geen naaktmodellen bestuderen om de menselijke anatomie te kunnen beheersen in hun werk.
Artemisia maakte veelvuldig gebruik van de chiaroscurotechnieken (clair-obscur) waar Caravaggio grote bekendheid mee kreeg.

Susanna en de grijsaards
(Artemisia Gentileschi)
De vader van Artemisia was niet altijd in zijn atelier aanwezig, hij had veel opdrachten buitenshuis om fresco's te maken. Hij vroeg zijn collega Agostino Tassi (1578-1644) om tijdens zijn afwezigheid Artemisia les te geven en ook een beetje op haar te letten. Tassi beperkte zich niet alleen tot het opleiden van Artemisia, hij verkrachtte haar ook. Tassi beloofde Artemisia om met haar te trouwen maar dat kon echter niet doorgaan omdat hij al getrouwd was.

In die tijd moest een verkrachtte vrouw haar onschuld aantonen en men ging ervan uit dat de vrouw, in dit geval Artrmisia, de verkrachting zelf had uitgelokt en schuldig was. Artemisia's vader liet het er niet bij zitten, hij wilde haar naam zuiveren en liet het tot een rechtszaak komen. Uit bewaard gebleven archiefstukken is gebleken dat Artemisia hard is aangepakt, ze moest vernederende gynaecologische onderzoeken ondergaan en ook werden haar vingers gebroken zodat ze lange tijd niet meer kon schilderen. De rechtszaak duurde zeven jaar maar schuld bekennen deed ze niet. Tassi is wel schuldig bevonden maar heeft zijn straf niet uitgezeten.

Artemisia wilde haar leven weer op pakken en haar vader is op zoek gegaan naar een echtgenoot voor haar buiten de stad Rome. Ze trouwde met de Florentijnse kunstenaar Pierantonio Stiattesi. Het echtpaar verhuisde in 1614 naar Florence en Artemisia begon weer te schilderen. In 1616 werd zij toegelaten aan de Accademia dell 'Arte Disegno. Zij was succesvol en werkte o.a. voor de familie 'd Medici en ze ging om met verschillende wetenschappers.

Artemisia en Pierantonio kregen vijf kinderen maar hun huwelijk was geen succes en ze gingen uit elkaar. Artemisia probeerde haar werk zelf te verkopen, want ze wilde leven van haar werk en verhuisde regelmatig om zelf opdrachtgevers en eventuele kopers te vinden. Ook was ze op zoek naar mecenassen. Ze woonde en werkte na haar vertrek uit Florence in Genua, Venetië en Napels.

Orazio Gentileschi was ondertussen werkzaam in Engeland als hofschilder aan het hof van Koning Karel I (1600-1649). Artemisia reisde hem na en ging met haar vader werken samenwerken.
Detail van de plafondschildering van het
House of Delights.
(Orazio en Artemisia Gentileschi)
Vader en dochter werkten gezamenlijk aan negen schilderijen met de titel: An Allegory of Peace and Arts under the English Crown. Deze schilderingen waren bedoeld voor het plafond van de ontvangstruimte van het House of Delights te Greenwich, een buitenhuis van de Engelse koningin Henriëtte Maria (1609-1669).
Door toedoen van Cromwell (1599-1658), de leider van de republikeinse troepen in de Engelse burgeroorlog, werd in 1649 de monarchie afgeschaft. Cromwell werd staatshoofd en liet koning Karel I onthoofden. Ook liet hij alle kunstwerken vernietigen die herinnerden aan de monarchie. Toch zijn de kunstwerken, gemaakt door Orazio en Artemisia Gentileschi, op wonderlijke wijze gespaard gebleven en sieren nu het plafond in de vestibule van Malborough House in Londen.

Judith en Holofernes
 (Artemisia Gentileschi)
Na het overlijden van haar vader in 1639 in Londen gaat Artemisia terug naar Napels om daar haar verdere leven te wonen en te werken. In veel van haar schilderijen heeft zij haar ervaringen met Agostino Tassi en de rechtszaak, zeer subtiel verwerkt en het zijn  duidelijk verwijzingen naar het leed dat haar is aangedaan. Bv haar schilderijen van de bijbelfiguren Judith, Ester, Susanna, Maria Magdalena en Bathseba zijn meesterwerken.

Na haar dood raakt Artemisia in de vergetelheid, pas aan het begin van de 20e eeuw krijgt ze de erkenning die ze verdiend. In die tijd waren er verschillende vrouwenbewegingen die streden voor gelijke rechten. Artemisia Gentileschi werd als een icoon beschouwd, door alles wat haar was aangedaan en het feit dat ze een groot kunstenares was die zich staande wist te houden in de mannenwereld waarin zij leefde en werkte.
Door de opkomst van deze vrouwenbewegingen kwamen haar kunstwerken weer in de belangstelling.
Van alle schilderijen die zij heeft gemaakt zijn er tot op de dag van vandaag nog maar 34 over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten