dinsdag 8 oktober 2013

Venetië (1)

San Ciacomo di Rialto
Als je in Venetië bent heb je het gevoel of je tussen de prachtige decors van een groot theater loopt. De stad is gesticht in 421 na Chr. tijdens de inwijding van San Ciacomo di Rialto. Het is gebouwd op 118 grote en kleine eilanden. In het gebied hebben altijd mensen gewoond, het waren landbouwers en vissers en de rijke Romeinen hadden er hun zomerhuizen. Door de strategische ligging en de rijke viswateren kwam er handel op gang en steeds meer mensen gingen er zich vestigen. Rond de 9e eeuw zijn veel eilandjes met elkaar verbonden door houten bruggen en zo werd de stad een eenheid. De stad kreeg als  beschermheilige Marcus van Alexandrië.

Venetië is helemaal opgebouwd door goed geschoolde handwerkers, de stad is helemaal uit het niets verrezen, er was eerst niets anders dan water en klei. Alle materialen die nodig waren om de stad op te bouwen moesten worden aangevoerd, zoals het hout voor de fundamenten van de paleizen, kerken, huizen en bestrating, de stenen en het marmer, eigenlijk alles dat nodig is om een stad te bouwen. De mensen die er gingen wonen moesten eten en drinken, hun huizen inrichten en ze moesten zich bewapenen. Aan bedrijvigheid geen gebrek.

San Giorgo Maggiore
De Venetianen bekwaamden zich vooral in de creatieve beroepen, het duurde dan ook niet lang tot ze er achter kwamen dat hun stad veel in z'n mars had en het daardoor economisch gewin kon opleveren. De producten die werden vervaardigd door de Venetianen waren van een dusdanig hoog niveau dat zelfs de meest bescheiden handwerker zich kon verheffen tot de "adel" van de kunst. Lange tijd werkten de handwerkers anoniem omdat er nauwelijks verschil was tussen de handwerker en de kunstenaar, al het afgeleverde werk was "kunst".
Ook was er weinig verschil tussen de "grote" en de "kleine" kunst. In die tijd was het normaal dat een kunstenaar verschillende ambachten beheerste. Zo was Andrea Palladio niet alleen de architect van kerken en paleizen maar ook was hij bekwaam in de houtsnijkunst. Titiaan, Tintoretto en Veronese waren niet alleen beroemde schilders maar maakten ook  bv wandtapijten en mozaïeken.

Mozaiek San Marco
Veel  kunstenaars zijn bij ons bekend door hun specifieke talent, bv Francesco Verzi met zijn porselein, de familie Franchini is vooral bekend door hun uitvinding van millefiori, of de familie Cavernezia, zij zijn bekend door hun prachtige fluwelen stoffen. En niet te vergeten de familie Dinie, bekend door hun kunstzinnig borduurwerk en de wandtapijten. Dit zijn maar een paar namen, er zijn in dit rijtje nog veel namen en hele families te noemen.

De kunstenaars en de ambachtslieden konden goed met elkaar overweg en liepen regelmatig bij elkaar het atelier binnen om over hun creativiteit en hun zaken te praten. Een atelier noemden ze in die tijd "bottega".
Vanaf het begin heeft Venetië zich toegelegd op het vervaardigen van luxe goederen, ze hadden snel door dat de handel in luxe en exclusieve goederen de stad en zijn bewoners welvaart kon brengen. De Venetianen keken vooruit, ze bleven niet stilstaan. Het is bekend dat vanaf de 12e eeuw hun industrieën hoogwaardige producten afleverden. Venetië werd een welvarende stad en dat wilden ze beschermen en behouden. Zo ontstonden de gilden voor de  verschillende beroepsgroepen om op die manier hun geërfde kennis, die al eeuwenlang bestond, te behouden. Deze kennis werd zorgvuldig bewaakt en er werd steeds weer gestreefd naar verbetering en perfectie. De Venetianen beschikten over vakmanschap op elk gebied en deze kon bijna niet geëvenaard kon worden.

De beroepsgroepen met dezelfde specialiteit hadden hun eigen statuten, waar iedereen zich aan moest houden.
De magistratuur die belast was met de gilden, is opgericht in 1173 en het was o.a. hun taak om de consument te beschermen door te controleren of er geen fraude werd gepleegd en er werd goed op de prijzen gelet.

Iedere inwoner van Venetië kon zich laten inschrijven bij het gilde als hij 16 jaar was. Wel moest die persoon eerst een geschiktheidstest doen en hij moest netjes zijn belasting hebben betaald. Werd hij toegelaten, dan moest hij als knecht (garzone) ongeveer 7 jaar in een werkplaats werken en leren. Was dat allemaal naar wens verlopen, dan werd hij voor 3 jaar werkman (lavorante). Aan het eind van deze periode moest hij een, niet eenvoudige, test afleggen. Was hij daarvoor geslaagd dan kon hij de titel "maestro" voeren. Een maestro kon zijn eigen atelier openen en personeel aannemen.

San Ciacomo di Rialto - Oudste kerk van Venetië, ingewijd in 421 n.Chr.
Marcus van Alexandrië - Volgens de overlevering was hij de schrijver van het Evangelie van Marcus.
Palladio (1508-1580) - de naam Palladio is hem gegeven door zijn eerste opdrachtgever Gian Giorgo Trissino en verwijst naar pallas Athene de Griekse godin van de wijsheid. Zijn eigenlijke naam was Andrea Pietri della Gondola.
Titiaan (1487-1576) - eén van de belangrijkste kunstschilders tijdens de hoogrenaissance.
Zijn eigenlijke naam was Tiziano Vecelli.
Tintoretto (1518-1594) - Venetiaans kunstschilder, zijn eigenlijke naam is Jacopo Robusti. Tintoretto betekent ververtje, naar het beroep van zijn vader, hij was wever (tintore).
Paolo Veronese (1528-1588) kunstschilder tijdens de renaissance. Zijn echte naam was Paolo Cagliari, hij werd bekend als Veronese omdat hij was geboren in Verona.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten