donderdag 15 augustus 2013

Carneool

Gouden ring met carneool,
geërfd van mijn oma
Carneool wordt ook wel Kornalijn genoemd.
Carneool is de rode tot bruinrode variant van chalcedoon.
De naam carneool is afgeleid van het Latijnse woord carnis (vleeskleurig).
Kornalijn is een Oudnederlandse benaming en genoemd naar de bruinrode kers van de kornoeljestruik.

Carneool heeft net als agaat, onyx, chrisopraas en sarder  een hardheid van 6-7 op de schaal van Mohs, en wordt vooral gebruikt voor het maken van kleine siervoorwerpen, kralen, hangers en ringen.

In Egypte, zo'n 3500 jaar geleden, werden er stenen gevonden die helder rood van kleur waren. De Egyptenaren dachten daarom dat carneool te maken had met bloed en dat de steen een helende werking zou hebben. Carneool zou helpen om bloedarmoede te voorkomen en het zou bloedende wonden stelpen.
Ook gaven ze carneool mee aan hun doden om ze tijdens de reis naar het dodenrijk de nodige bescherming te geven.

Ook in Mesopotamië werd carneool gezien als een geneeskrachtige steen, het zou een helende werking hebben bij ontstekingen en spierpijn.

Carneool werd vooral gebruikt voor het snijden van amuletten, zegelringen, rolzegels en cameeën
Bij opgravingen in Mesopotamië, Egypte, Griekenland en Italië zijn archeologen veel te weten gekomen over carneool. 
Van de Oude Grieken en de Romeinen weten we inmiddels dat ook zij carneool gebruikten voor ringen en cameeën, en dat de vrouwen er haarbanden van droegen waarop carneool was vastgemaakt. 
Droegende vrouwen een voorwerp waarin carneool was verwerkt dan zou dat, dachten ze, hun beschermen tegen ongelukken en ander onheil. 

( foto's carneool van www.semoea.nl)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten