zaterdag 20 april 2013

De Camee

grootste camee ter wereld
Zoals het bij de meeste dingen het geval is zijn ook sieraden aan mode onderhevig. We kennen het begrip "in de mode". Sommige sieraden zijn lang of kort in de mode en soms zie je iets dat even een rage is en daarna van het toneel verdwijnt, of  iets komt na lange tot zeer lange tijd terug in het modebeeld.

Vorstenhuizen hebben altijd veel invloed gehad op de sieradenmode. Kijk bv naar Napoleon I (1769-1821) toen hij in Frankrijk aan de macht kwam. De economische omstandigheden waren slecht in die tijd, maar Napoleon wilde samen met zijn vrouw Josephine de Beauharnais (1763-1814) het weelderige bestaan van hun voorgangers voortzetten. 
diadeem van Josephine de Beauharnais
Hun onderdanen konden dit zo kort na de revolutie niet zo heel erg waarderen. Ze konden het maar moeilijk verteren dat er veel geld aan juwelen werd uitgegeven en dat het hof in grote weelde leefde. Napoleon deed wat hij wilde en liet o.a. de Franse kroonjuwelen ter ere van zijn kroning herzetten door de Parijse juweliers Nitot en Foncier.

De cameeënrage die er in die tijd was, is ontstaan tijdens Napoleon zijn veldtocht naar Italië in 1796. De Paus betaalde zijn schattingen aan de Fransen uit kerkelijk bezit, vooral met cameeën. Napoleon was zo onder de indruk van de glyptiek dat hij een speciale school oprichtte in Frankrijk met aan het hoofd de bekende medaillesnijder Romain Jeuffroy. Deze man had de speciale medailles gegraveerd voor de kroning van Napoleon en het was de bedoeling dat hij mensen zou opleiden tot de beste steensnijders van Frankrijk .

kroningsmedaille Napoleon I
Bernedetto Pistrucci, een andere bekende steensnijder in die tijd was de beschermeling van Napoleon zijn zuster Elisa. De stenen die hij sneed waren zo goed dat ze niet waren te onderscheiden van de echte antieke cameeën. Pistrucci ging, e door hem gesneden stenen merken op een bijna onzichtbare plaats met de Griekse letter I (labda), het werd op die manier bijna onmogelijk voor handelaren om deze letter van de steen te verwijderen.
Pistrucci zijn roem ging ver over de grenzen van Frankrijk heen en hij is op een gegeven moment naar Engeland gegaan waar hij eerste graveur werd bij de Engelse munt. 

Jasperware
Ook de Engelse pottenbakker Joshia Wedgwood (1730-1795) kreeg belangstelling voor de camee en bracht in 1773 sieraden met cameeën op de markt. Bekend zijn de figuurtjes op een gekleurde achtergrond, vooral gemaakt voor ringen, armbanden, broches, oorbellen en knopen.
Uit de Wedgwoodfabrieken komt ook het serviesgoed met de naam  jasperware (jaspis), voorzien van cameeën.

Doordat er veel vraag was naar cameeën loonde het de moeite om ze te vervalsen, meestal van glas of porselein. Vervalsers van cameeën waren slim. Om een steen een oud uiterlijk te geven duwden ze deze in de krop van een haan of hen. De gesneden stenen hielpen de beestjes met het vermalen van het voedsel en binnen korte tijd hadden deze stenen het uiterlijk van een camee van 2000 jaar oud.

Iedereen wilde één of meerdere cameeën van oude stenen maar omdat die nogal kostbaar waren vond men een alternatief, men ontdekte dat schelp erg geschikt was voor het snijden van cameeën, men kon gebruik maken van de al aanwezige kleur en reliëf.

Dan zijn er nog de doubletten, deze zijn moeilijk te onderscheiden van de echte cameeën en zien er prachtig uit.
Doubletten zijn cameeën gemaakt van opaak wit glas (doorschijnend maar niet doorzichtig), en geplakt op onyx of cornalijn.

Frankrijk ongeveer 1810
onderdelen van een parure 
De mode in die tijd schreef voor dat er veel maar vooral grote cameeën gedragen moesten worden. Een geliefd sieraad was toen een collier met een hele serie cameeën, verbonden door naast elkaar gelegen kettinkjes. Op die manier  kreeg je breed sieraad dat goed paste bij het diepe decolleté die toen in de mode was.

Het modetijdschrift "Journal des Dames" schreef in 1805 dat een modebewuste vrouw cameeën draagt op iedere armband, haar ceintuur, haar halsketting en diadeem. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten